vrijdag 28 oktober 2011

vraag het Dorien!

In het weekblad Privé staat een column van Dorien. Dorien heeft een schoonheidsinstituut en adverteert met vaste regelmaat in De Telegraaf met wervende teksten die mij aanpraten dat ik verzakt rondloop omdat ik niets heb “laten doen”. Of dat nog niet genoeg is, koopt zij iedere week in Privé een plekje dat zij vult met “onafhankelijk advies”. Ik krijg kriebels van de übergestylde foto van Dorien boven die column. Dorien is een exacte kopie van styliste Dyanne Beekman. Dyanne was vroeger een BN-er die hyperig metamorfoosde op televisie en in (daar is tie weer) Privé maar is nu vergeten omdat ze iedere kandidaat identiek uitdoste. Elke transformatie opnieuw hees Dyanne haar ongemakkelijk grimassende kandidaten in een kort leren jekkertje want dat was “sportief en hip”.
Terug naar Dorien. Met een tandpastaglimlach uit eigen salon van 329 euro helpt zij fictieve briefschrijvers af van hun makken. En daar wringt de schoen! Dorien mietert volkomen menselijke kenmerken in het vakje “ongewenst”.
Met de ”thuispriktest” adviseert Dorien aan “W. uit V.” om na het voelen van buikvet direct haar “lichaamsaccenten te komen verbeteren met acht à tien Accent-behandelingen” à raison van 200 euro per keer. Dat is kassa want erkende klinieken rekenen voor een buikliposuctie de helft. Gelukkig kan ze zonder operaties gewone verslappingen verhelpen op de "collageenbank". Dorien is niet voor één gat te vangen: “Cindy uit Amsterdam” heeft na het knippen van haar lange haren een kort kapsel en moet “enkele malen per week haar nek uitscheren”. Het zal je maar gebeuren! Drama! Dorien ziet de oplossing in het tienmaal voor 53 euro ontharen van Cindy’s nek met IPL-techniek. Ze laat nog even terloops weten dat dit ook kan bij mannen en onder de oksels want de columnruimte moet worden terugverdiend. Iedere week slijt zij een nieuwe behandeling uit haar gamma. Lezeressen dagdromen verlekkerd bij de in Privé geplaatste sterrenfoto’s vol spuitlippen en injectables, waarna zij hun banksaldo controleren en zuchtend witlof gaan koken.
Als ik Dorien google, mag ik alleen na het bekijken van haar foto haar website op. Op de foto draagt ze een kort Dyanne-jasje met militaire metalen knopen. Er is nog net geen zilveren sterretje in haar mond gefotoshopt om haar glow-in-the-dark-tanden te accentueren. Ik stuur Dorien een mailtje, want ik heb dringend advies nodig. Sinds het lezen van haar columns blijft mijn mond open hangen. Zou daar cosmetisch iets aan te doen zijn?

zondag 23 oktober 2011

huzarenstukje


Mijn buurjongetje komt een boterham bij me eten. Ik ben dol op Robin. Hij kletst aan een stuk door en heeft de meest geweldige schaterlach die ik ken. Meestal luncht hij bij oma maar die heeft me gisteren opgebeld. Ze heeft suikerziekte en moet een dagje naar het ziekenhuis; haar insulinepeil schommelt weer.
Om tien over twaalf hoor ik aan de ratels van zijn fiets dat hij komt aangespurt. Hij heeft altijd haast op onze dagen. Ik knuffel hem en als hij terugrent van de kapstok wiebelt hij op zijn tenen van de spanning.“Wat is de verrassing buurvrouw?” vraagt hij. Iedere keer als hij bij me overblijft verzin ik met plezier iets bijzonders voor op brood. Piratenhagel krijgt hij thuis al. Ik smelt kaas, snijd aardbeitjes, prak wat makreel met mayonaise en soms bak ik een kroket.
Robin kijkt me afwachtend aan en ik speel mee. “Een verrassing? Daar heb ik vandaag helemaal niet aan gedacht, ik had het zo druk!”. Zijn gezichtje betrekt en ik hou het niet. “Ik heb slaatje op brood!” flap ik eruit. Van de buurtbarbecue herinner ik me dat dit een schot in de roos zal zijn. Robin’s ogen worden groot en hij rent hinnikend van plezier met rare huppels een rondje om de tafel. Dan schuift hij aan en smeert scheppen vol huzarensalade uit het plastic tonnetje op zijn boterham. “Is het zo niet genoeg?” vraag ik na de derde. Hij schudt hard zijn hoofd. Als ik zijn mes na boterham nummer vier weer richting bakje zie gaan druk ik snel het deksel erop. Die zit dicht.
Robin denkt na. Op zijn voorhoofd verschijnt een boze frons en zijn lippen tuiten zich. Na een seconde of wat zie ik pretlichtjes. Hij laat zich onder luid misbaar van zijn stoel vallen. “Oh buurvrouw, mijn bloedsuikerspiegel!” piept hij naast de tafelpoot, zijn armen wapperend in de lucht. “Ik moet suiker! Het is niet goed”. Ik reageer niet direct omdat ik mijn lippen op elkaar pers. Hij probeert het nog eens met een beledigd “echt niet hoor!”. Dan schieten we samen hard in de lach. Robin ligt op zijn rug op de vloer en schatert het uit en ik schater om hem. Ik hoop dat ze honderd wordt, maar wat zal ik balen als oma weer thuis is.

vrijdag 14 oktober 2011

snatching with the stars

Weekblad Story is ermee begonnen. Hoofdredacteur Willem Smitt wist al in de jaren zeventig dat principes en geld niet samengaan en bood forse bedragen voor reportages. Voor klinkende munten veranderde “dat is een stukje privacy” bij Bekende Nederlanders rap in pastelfoto’s naast kinderbedje, commode en wipstoeltje, alles geheel gratis bij elkaar gegraaid.

Met de pretentie van stijlvol hanteert zelfs het chique maandblad Beau Monde de oude truc van Story. Iedere maand in de styleguide dezelfde kekke tandpastatip. De sterren die je zelden in de pulpbladen ziet, maken er in Beau Monde een potje van. Interieurwinkel Rivièra Maison stylt in het voorjaar het vakantiehuis van Bastiaan en Tooske Ragas voor nop. Ineens lachen zij pagina’s lang; hun hele huis vol met gratis peperdure kant-en-klaar-sfeer. In oktober een close up van Trijntje Oosterhuis met haar Sander, op de Rivièra-bank, en alinea’s lang gaat het over het “warme gevoel” dat zij dankzij haar gratis meubels heeft. Onbereikbaar met haar gage van 9.500 euro voor een optreden van 20 minuten.

Ik wil ook restylen! Jaloers rijd ik naar Ikea en koop een commode. Ik tel de schroefjes en spreid een oude NCRV-gids om het werkblad van“knøtsül” niet te beschadigen. Dat ligt op een interview van Deborah Ligtenberg met Trijntje. Deborah vraagt of Trijntje tijdens haar zwangerschap door een roddelblad een babykamer is aangeboden. Eronder staat: “O nee, alsjeblieft zeg. Er moet dan natuurlijk ook wat tegenover staan. Moet ik met man en kind in zo’n blad. Nee hoor, dat houden we lekker voor onszelf.”

Decennia van praatprogramma’s ten spijt; de graaiethiek in Nederland is nog net als mijn nieuwe commode. Hartstikke scheef.

woensdag 12 oktober 2011

Silvio Berlusconi


Ingezonden brief in de adviesrubriek van het Italiaanse weekblad “Famiglia”.
“Beste Silvio,
Al jaren ben ik verliefd op een wonderschone Signora die mij niet ziet staan. Ik heb al lang een vaste baan als lasser en woon vanaf mijn vierendertigste niet meer bij mijn mama. Wat moet ik doen?
Groet, Zonnestraal

“Beste Zonnestraal,
Maak het leven niet zo moeilijk, capice? Dit probleem is kleinschalig, ik zeg: denk groot! Ik geef je de tip die altijd werkt: envelopjes. Geef jouw  Signora twee, drie ruggen en vijf als de condomis open moeten. Als dit niet werkt, en dat lijkt me sterk, laat haar dan jou bewonderen, mi amico!
Zoek een buitenlandse bank, dommer ken ik ze niet, en leen geld. Molti geld! Iedere idioto snapt dat dit niet terug komt. Kies de geilste Ferrari die je ziet. Wapper met die flappen en het is no problemo dat je creditcard een dagje later komt. Koop een Armani-pak, dress to impress! Hebben is hebben, dat pak is van jou! Geld is geil, echt. Rijd immediatamente door naar de juwelier! Zeg dat jouw assistent komt betalen. Regel diamantis! Behang je Signora met juwelen en slaap in hotel Bulgari. Geef uit die euro’s!
Graai overal waar je kunt, ik ben ook klein begonnen. Obligaties moffelen komt later, begin met het verkopen van de televisio op je hotelkamer. Verkwansel het restaurantbestek. Mijn gouden tip: denk aan jezelf! Snel ben jij macho en dan kussen de paperazzi je Ferrari en je voeten. Blijf lachen en strooi altijd enveloppinos rond. Vergeet jouw laswerk, jij bent DON Zonnestraal! De meisjes hangen aan jouw pak. Koop ze, betaal in een kliniek hun grote titionis en je maakt ze blij. Verdeel jouw meisjes. Geef ze weg! Eerst aan de Policia, dan aan wat ministers en je zult zien, je zit snel in het parlemento! Maar de mooiste meisjes bewaar je voor mij, mijn vriend! Bunga Bunga! Ik mail je straks wat nummers van Cicciolina, Merkul en Roette. Dan kun je grando plukken. Fröbel briefpapier van de banca Italia en wees creatief! Als was in je handen, amico!
En, als het klaar is, kom je dan ook op mijn verjaardag volgende week?
Je vriend Silvio B.

maandag 10 oktober 2011

plaszakjes

“weet u mevrouw, bij het woord alleen al denk ik aan een bejaardentehuis. “Joehoe, waar liggen de incontinentieluiers maat M?” “Gewoon op de plank, tussen de snoetenpoetsers en de plaszakjes”. Het is een verschrikkelijk woord, vind u ook niet?”
“mevrouw, wat u zegt! Ik hoorde trouwens ook dat door deze fratsen het aantal treinen verdubbeld moet worden. Ze rijden leeg terug, geen machinist werkt nog tussen die neergesmeten dingetjes”
“nou, ik mag hopen dat er snel rolgordijntjes voor de ramen komen, we zitten mooi in de kijker”
 “afschuwelijk ja, maar je moet toch wat. Mevrouw, mag ik u wat vragen?”
“zeer zeker, roept u maar?”
“denkt u dat u uw zakje helemaal vol krijgt nu?”
“hoe bedoelt u?”
“nou, ik kom zojuist van een feestje en heb nogal wat op zeg maar. Ik vrees dat ik ga overlopen”
“jeetje zeg, da’s niet zo mooi”
“nee, en nu dacht ik, als u snel klaar bent, dan schuiven we die van u er zo even onderdoor”
“dat is mogelijk, ik ben bijna klaar. Pakt u hem aan?”
“geen probleem, dank u. Ik heb hem. Nou, dat ging net goed, die paar druppeltjes veeg ik zo wel even van de vloer”
“laat mij dat maar even doen, ik heb hier toch al een vlekje gemaakt toen ik mijn maandverband verwisselde”

“pardon mevrouw, sorry dat ik stoor. U zult wel denken, wat moet die vent van me, maar ik hoor dat u maandverband bij u heeft? Heeft u misschien nog een schone die u kunt missen?”
“meneer, ik zal even voor u kijken in mijn tas. Hier, deze zit nog in het wikkeltje, het is een extra large”
“dank u beleefd mevrouw, wat fijn. Nog een fijne dag voor u samen. Tot ziens!”

“het is toch wat mevrouw, die werkdruk van tegenwoordig. Zelfs de conducteur heeft geen tijd voor zijn plaszak”

zondag 9 oktober 2011

zakjesleugen

Hij staat er weer. Besmuikt kijkend en net als gisteren en alle dagen ervoor stipt op tijd: twintig voor zes. Vroeger met een schepje maar nu met het zakje. Hij is niet de enige. Tussen auto’s en knetterende brommers lopen ze met rechte rug, toekijkend hoe Wodan, Luna of Diesel het poepje doet. De hond zelf kijkt droevig rond terwijl hij zijn drolletje en plein public moet leggen. De baasjes daarentegen maken het een schouwspel. We zien de bebrilde mannetjes met jackjes uit de ANWB-winkel en de dribbelende, o zo vlotte “carrièredame” die maximaal 18 uur wil werken. Later op de dag komt de uggshuffelende tiener. Hooggeblondeerd in loeistrakke jeans en druk “append” terwijl kauwgum zichtbaar op en neer zwiept. Maar allemaal zijn ze voorzien van het zakje! Getraind kijken zij om zich heen totdat de keutel volledig uit de darmpjes is geperst. Het plastic boterhamzakje luchtig vastgeknoopt aan het handvat van de riem. Prominent zichtbaar in het gezichtsveld van de achter het raam zuchtende buurtbewoners die natuurlijk ook niet gek zijn. Het zakje is nog helemaal nieuw. Gisteren zat het daar al en daar blijft het ook nog wel even zitten. Want heeft u ooit na het spichtige geloer met eigen ogen gezien dat het zakje wordt losgeknoopt? Heeft u (vooruit, of iemand in uw kennissenkring of misschien een collega) ooit waargenomen dat het zakje werd losgepeuterd, de hand er werd ingewrikt en het nog warme baksel met draaiende bewegingen uit het gras werd gewipt? En het is ook altijd maar één zakje! Nooit heeft Spike last van een napersing of ander ongelukje. Het zakje zit gekruld aan de riem al hangend aan de kapstok en zit daar nog even sierlijk wanneer de voeten op de deurmat worden droog gestampt.
Het mannetje kijkt mijn richting uit en wendt snel zijn blik weer af als we oogcontact maken. Hij vermant zich en kijkt me brutaal aan, met vaste blik, terwijl de doorgezakte terriër zijn voorpoten verplaatst om plek te maken voor het vervolg van zijn meesterwerk. De man blijft me aankijken en hij weet dat ik van de zakjesleugen weet en hij weet ook dat hij gaat doorlopen.

maandag 3 oktober 2011

altijd samen

De oude man zit op het bankje. Hij kijkt voor zich uit en klemt zoals altijd het Financieel Dagblad én het NRC vast onder zijn arm. In de loop der jaren heeft hij het gevoel gekregen dat het zijn bankje is. Zijn haar is steeds dunner en uiteindelijk wit geworden, maar het zit er nog en zonder kale plekken. Het miezert al een poosje heel zachtjes, maar het deert hem niet. Zijn vingers draaien onophoudelijk aan een van de twee gouden ringen om zijn vinger terwijl hij voor zich uit staart. Een repeterende beweging die hij al een tijdje volhoudt. Soms gunt hij zijn vingers even rust. Zijn gezicht is gericht op de spelende kinderen op het grasveldje maar het lijkt alsof hij ze niet ziet. Een jong stelletje passeert vlak voor hem. Het meisje fladdert om de jongen. Ze springt en lacht en haar handschoen wappert half uit haar jaszak. Een glinsterende laag van minuscule druppeltjes bedekt de mantel van de oude man. Zijn gezicht staat strak terwijl hij de kleinere ring weer omdraait. Ze komt nooit meer terug. Hij maakt zich zorgen. “Samen in de urn liefste, altijd samen” hadden ze afgesproken. Als hij het haar in gedachten hoort zeggen komt er een brok in zijn keel. Hoe moest dat nu, samen in de urn? Wie kon dat vertellen als hij er niet meer was? Wat als het niet goed zou gaan? Het doet pijn in zijn maag en de pijn wordt iedere week erger. Een druppel kruipt via zijn wenkbrauw in zijn ooghoek. Het is harder gaan regenen. De dunne en versleten sjaal is nu doorweekt. Het is de laatste die ze heeft gebreid. Een dame van middelbare leeftijd loopt zijn richting uit, haar jas stevig dichtgeknoopt. Van onder de jas piept nog net een stuk van haar witte schort. Ze nadert hem en strijkt met haar hand over zijn schouder. “Kom” zegt ze. “We gaan weer terug”.

zaterdag 1 oktober 2011

Wordfeud

Café de Hete Brij in Zwolle heeft per direct het computerspelletje Wordfeud verboden. Wordfeud is een soort digitale Scrabble.  Het café was in stilte gehuld doordat de gasten gebogen over hun smartphone aan de tap zaten. De eigenaresse vindt dat de Hete Brij een café is “waar het gewoon gezellig moet zijn”. Dit staat haaks op een uitspraak van schrijfster en presentatrice Daphne Deckers. Zij vertelde in een interview dat zij en haar Richard in een restaurant aan het bellen en sms-en waren terwijl hun kinderen Emma en Alec spelletjes speelden op hun mobieltje. Daphne vond dat “gezellig”, zo met z’n vieren aan tafel. En wie is degene die daar over oordeelt? Wat de een gezellig vindt, is voor de ander een crime. Hossende mensen in een feestzaal vol bloembakken met plastic varens bijvoorbeeld. Een beun-de-haas-deejay in een auberginekleurig colbertjasje en geblokte tafelkleedjes met schaaltjes leverworst. “Het was een gewéldig feest. Echt kei- en keigaaf” roept de gast die het laatst de deur uitrolt. De rest is al uren thuis. Gezelligheid wordt in Zwolle dus bepaald door de café-uitbater. Darten mag en een gezelligheidsspel ook. Daar houdt het mee op. Tijd voor een retourtje Zwolle. Bij het stationscafé hoor ik de eerste schermutseling al. De deur gaat open en er wordt een man naar buiten gewerkt. “U wilt niet gezellig doen? Dan kunt u beter een deurtje verder kijken, wegwezen!”. Verderop loopt een cameraploeg. Alberto Stegeman staat bij een groepje dames. “Het is verschrikkelijk Alberto. We zijn er zo uitgedonderd!”. Foute boel hier. In een witte schortjas tref ik Rob Geus zwalkend door het centrum. “Het is een schande! Film dit maar goed jongens, ik ben nog niet één sticker kwijt! 400 stuks laten drukken met “Gezellig OK! Een aanfluiting, dat is het!”. Verderop is tumult. De Diva’s Patty, Tatjana en Patricia draaien door wanneer zij in de Zwolse supermarkt zien dat er in de rij bij de kassa niet wordt gezelligd. De handtassen vliegen in het rond. Ik heb genoeg gezien en loop terug naar het station. Als ik op de trein wacht krijgen twee Zwolse schapen naast mij een preek. “Wat nou in de trein een boek lezen? Ik dacht het niet jongeman! We gaan samen een dagje weg en je doet maar gezellig. Ga met je broer maar het nummerbordenspel doen”. Ik verlang naar huis. De trein pruttelt binnen. Een ping op mijn telefoon. Ah. Ik krijg nieuwe letters, ik ben aan de beurt voor een nieuw woord. Ik heb nu de letters m, a, l, l, o, t, e, en de n. Mmmmm. Lastig.