vrijdag 29 juni 2012

verrassing!


Om al mijn lezers te bedanken voor jullie reacties en bezoekjes, leek het me deze week leuk om een fotootje van mezelf, de grote onbekende, te bloggen. Tadaaa!
Volgende week staat er weer een column hoor!

zaterdag 16 juni 2012

game over

Je ligt boven in bed te slapen. Zonder je te zien weet ik dat je op je linkerzij ligt. Je lange haar uitgewaaierd over het kussen. Met opgetrokken knieën, je gezicht compleet ontspannen. Straks ga je zeilen met collega’s. Vanavond als je weer thuis komt, na een dag vol plezier, zul je mijn berichtjes vinden.

Zodra jij de deur uit bent, vrolijk en gelukkig, maak ik je wereld stuk. Ik log in op de websites waar ik al een tijdje lid van ben en waar mijn contactadvertenties staan. Ik hou niet meer van jou. Al een hele poos niet meer. Mijn vrienden vinden jou niks, mijn ouders vinden jou moeilijk en dat alles maakt het te complex voor mij. Ik heb geen zin meer om te praten. Ik wil geen oplossing meer. Tijdens een feestje zonder jou besefte ik dat ik er nu wel klaar mee ben. Zeker na een gesprek met een vriend, die mij een break up aanraadde. Dat gezanik allemaal. Ik weet dat ik je maanden voor de gek hield; ondertekende mijn mailtjes nog steeds met "jouw mannetje". Ik rekte tijd, vond het wel handig. Maar nu gaat het niet meer. Je blijheid als ik thuiskom van mijn werk verdraag ik steeds slechter. De laatste keren dat we vreeën waren voor mij zonder betekenis.

Achter mijn scherm reageer ik op berichtjes en klik nieuwe dames aan, compleet anders dan jij. Ik vertel wat oppervlakkigheden, maak een grapje en vraag of ze willen afspreken. Douwe noem ik mezelf daar. In mijn profiel schreef ik dat ik single ben. Bij "mijn mooiste vakantie" staat dat die nog moet komen. Dat voelt zo, maar nog bedankt voor de trip vorige maand. Het was jouw droomreis, maar ik wilde gewoon heel graag duiken. Dat ik voor die vakantie maar een week verlof kon krijgen was ook een leugen. Ik had gewoon geen zin om meer dagen op te nemen.

Freewheelen wil ik. Lekker stappen en zo dronken worden dat ik op de foto ga met bierglazen op mijn ogen als brilletje. Geinen, geiten, vrolijk zijn. Ik trek jou niet meer, met al je geneuzel. Ik heb van je gehouden hoor, echt. Tot ik tijdens een doodsaai Oud en Nieuwfeestje met jou besefte dat ik liever de stad in was gegaan. Geen gebazel maar partytime.

De tijd is voorbij dat ik mijn telefoon ‘s nachts uitzet of hem zogenaamd per ongeluk in de auto laat liggen. Ik hoef geen verhalen meer te verzinnen als je een dubieus sms-je leest of op Hyves toegevoegde meisjes ziet waarover ik tegen je lieg dat ik ze niet mag. Mijn ex had ook zo’n morbide soort controledrang. Reed soms naar mijn sporthal om te kijken of mijn auto daar wel stond. Ik weet dat jij dat vorige week ook hebt gedaan. Gelukkig was ik er die keer.

Mijn computer sluit ik vandaag met opzet niet af. Je checkt mijn telefoon als ik douche en soms neus je in mijn zakken. Ik weet ook dat je het kassabonnetje waarop de wijn, Franse kaas en croissantjes staan uit de prullenbak hebt gehaald. Jij was dat weekend weg en toen ik er die maandag aan dacht, was het al verdwenen. Daarom weet ik zeker dat je zult snuffelen in mijn computer als je terug komt van je personeelsuitje. Mijn liefde voor jou is uitgeblust; al een hele tijd. Ik ben klaar met jou. Lees straks mijn contactadvertenties maar. Dat is voor mij makkelijker dan jou vertellen dat er geen ons meer is.

maandag 11 juni 2012

oranjezooi


Met de oranje vaantjes weer wapperend aan de daken, maakt Nederland zich op voor het EK voetbal. Hartstikke leuk, al die vaderlandsliefde. Fans van concurrerende clubs sluiten zich aan bij het miljoenenlegioen van niet-sporters en gezelschapsdiertjes: voetbal verbroedert. Op z’n Hollands juichen we ons gezellig hees in oranje shirts met gekke pruiken op ons hoofd. Biertje erbij?

Waar ik echter een hevige aanval van oranjekoorts van krijg, is hoe de commercie inspeelt op ons overactieve patriottisme: alsof wij een stel zwakbegaafde boerenkinkels zijn. Eerst worden we via tv-commercials de supermarkt ingejaagd voor juichbandjes, welpies, beesies, oranjeleeuwtjes, vuvuzela’s, buddies en andere troep. Daarbuiten opereert de broederschap van meeliftende commercie met Gijpvogels, opblaasstoelen en EKbouters. Of plakt u in uw auto gevuld met stoffige Wuppies ineens fanatiek geluksvogels op uw hoofd?

Het meest stupide vind ik de egotripperij van meutes wannabee-artiesten die denken dat de wereld zit te wachten op hun hoempapa-gelal. Snelsnel wordt er een single in elkaar gejast die duidelijk geen enkele vorm van relativering of zelfkritiek kent. Met stupide teksten als: “de finale komt steeds dichterbij / dat geldt voor jou maar ook voor mij” denkt men een wereldhit van formaat de ether in te slingeren. Overal zien we videoclips van broederlijke fans, de armen over elkaar geslagen, die ons vergasten op poëtische teksten als “we gaan als een raket / heel Holland is aan zet.” En welke dyslecticus schreef “oranje, de kleur voor het leven / waar we alles voor geven?” Spastische darmen krijg ik van EK the voices. Met gemaakte, plastic smoelen zingen zij de kaskraker: “Holland hier en Holland daar / we zingen van oranje tralala”. Ik kon nog net mijn oranje tompoes binnen houden toen ik het hoorde.

De commercie lijkt ons te willen laten geloven dat voetballiefhebbers een stel neanderthalers zijn. Men probeert ons te verleiden met ingenieuze campagnes waarbij duurbetaalde reclamebureaus de gewone man ‘metamorfoost’ in Tokkie, geestelijk gehandicapte of gewoon een onbehouwen brulaap.

Het is een gebed zonder einde waarbij de producenten serieus schijnen te denken dat die gehaktballen van burgers zitten te wachten op de EK-notenmix, oranje vliegenkapjes, plastic hamers en het sjampionslied van zanger Rinus.

Het meest droeve in dit verhaal vind ik nog dat het al jaren lukt. Oranjefan pur sang André Hazes wist destijds al waarom ze ermee wegkomen; hij voorspelde het immers al jaren geleden. Wij houden van oranje.

dinsdag 5 juni 2012

karmanie gaat sporten


Vijf minuten voor aanvang strompel ik de sportzaal in, waar al een handvol discipelen wacht. In strakke rode leggings, roze tunieken en met badstof zweetbanden om het voorhoofd knikken ze naar me. Het is nog vroeg in de morgen; meer dan een “brmfpfff” krijg ik er niet uitgeperst. Samen met nog een paar aspirant sporters huppelt de docente vrolijk binnen; een kek koptelefoontje boven haar paardenstaart. “Goedesmorgens!” buldert het via haar speaker door de boxen en de eerste leggings klappen al dubbel van het lachen. Ik ril.

Tegen de muur staan grote, blauwe skippyballen gestapeld. Vrolijk huppelt de tuniekenbrigade met de ballen door de zaal om ze in strakke formatie op te stellen. Ordnung müss sein. In een lege mayonaise-emmer staan drumstokjes, sommige al wat dun door het enthousiasme van de vorige weken. Ik buk over de emmer en kan alleen maar aan frietjes met extra saus denken.

Nieuwsgierig word ik aangekeken. “Het wordt echt leuk hoor!” lacht mijn buurvrouw haar donkergele tanden bloot. Ze tikt met een stokje bemoedigend op mijn schouder. Dan gaat de muziek aan: bombastisch en opzwepend. De eerste billen zwiepen al van links naar rechts. “Yeah ladiessss, ssssshake that asssss!” sist het door de geluidsinstallatie. Weer gegrinnik.

Een uur lang slaan we met de drumstokjes op de skippyballen en doen tussendoor een dansje. Het lijkt meer op het spelletje “van-voor-naar-achter-van-links-naar-rechts” dan op gymnastiek. Op mij na swingt iedereen als een dolle hond op partystampers van Snap, afgewisseld met de Cucaracha. Net op tijd ontwijk ik een azuurblauwe legging. Klikklak, klakklik, klakkerdeklak tikken de houtjes mee tot we opgewarmd genoeg zijn voor de oele-boele-dans.

Ik worstel en kom boven wanneer we bukken. Trotse gezichten als alle linkerbenen tegelijk een stap links van de bal zetten. Met de maat mee draaien we in cirkels om de bal. Snapt iedereen het? Mooi. Langzaam begrijp ik waarom deze les zo populair is. Wanneer iedereen de bewegingen precies imiteert en de tikken gelijktijdig op de bal ketsen, lijkt het qua synchronie een beetje op een Duits kinderkamp.

Na een uurtje loop ik met de groep de zaal uit, teleurgesteld over mijn onkunde om er de lol niet van in te zien en zonder het kleinste natte plekje onder mijn oksels. Om me heen verdringen de dames zich richting bar voor koffie. Overal glimmende gezichten, rode koontjes en rechte schouders. “Was lekker hé!” stoot roze zweetband me aan. “Komende les leren we nieuwe pasjes”. Ik knik hypocriet.

Volgende week voor mij geen kabouter Plop-dans. Zelfs geen sportschool. En de weken erna laat ik me ook niet meer zien.