maandag 28 mei 2012

zomer



Het mooie weer van de afgelopen dagen vouwt de wereld letterlijk en figuurlijk open. Zonneschermen rollen zich uit; opengeslagen tuindeuren wisselen de muffe binnenlucht voor de zoete geur van pas gemaaid gras. Ook de droger staat stil: schone was klappert in de wind.

Het is verbazingwekkend wat je allemaal leert van deze ommekeer. De achterbuurvrouw zit opeens alleen op haar rotan hoekbank. De kinderhemdjes vol pastelstreepjes bij de buren zijn ingewisseld: achter de badlakens dansen een drietal tienerbehaatjes. Gestippeld roze, met een enkel cartoonfiguurtje. De werkloze overbuurman rookt een sigaretje, pluimpjes kringelen omhoog. Zijn T-shirt ligt over de plastic kuipstoel naast hem. In een doffe plantenbak wiegen de eenjarigen van de spaaractie van de supermarkt om de hoek.
Genietend loop ik met een bordje boterhammen naar buiten. Mijn voeten, met azuurblauw gelakte teennagels, zijn gestoken in teenslippers. Zachtjes, om de kwetterende mussen niet te verjagen, ga ik zitten. “Ja maar, wat vind jij dan?” hoor ik een tienerstemmetje. Door een streepje van de schutting zie ik het buurmeisje voorover gebogen in het gras plukken. “Ja, ik ben waus! En die vakantie dan? … Nee, die betaalt zijn vader”. Gedachteloos gooit ze wat sprietjes de lucht in. “Gek, dat weten ze niet! Gewoon, bij de dokter.” Ik til mijn bordje van tafel en zet het opzettelijk hard weer terug. Het blonde paardenstaartje draait omhoog. Ze is zelfs snel ouder geworden in die paar maanden: binnenkort worden de Snoopyhipsters vervangen door zwart kant.

Vind jij dat ik het uit moet maken?” klinkt het nu wat zachter. Mijn boterhammen zijn bijna op, ik kauw lekker langzaam op de laatste. Een mus hupt over de tegels richting de kruimels. Mijn gedachten dwalen af naar de ultradunne pootjes die het ronde lijfje dragen. Zit er bloed in die stokjes? Dan besef ik me ineens dat mijn omgeving mij natuurlijk ook observeert. Dat blonde mens van het blauwe zonnescherm. Wat zou er over mij te ontdekken zijn? Wat is er in mijn winterstop veranderd? Drie kilo kwijt, coupe soleil in mijn haar, hier en daar een rimpeltje erbij, zelfde tuinstel en twee doodgevroren palmpjes, treurig tussen de andere planten. Het luie mens met de bruine tuin.
De mus pikt driftig tussen de tegels maar fladdert verschrikt weg als achter de schutting twee kleine jongens langs crossen op hun Loekie-fietsjes. Ik sta loom op, wrik de ongehoorzame hordeur open. Het buurmeisje schreeuwt naar binnen. “Mam, mag ik dit weekend de Tina kopen?

zondag 20 mei 2012

hellehond


Op haar pumps met tijgerprint waggelt ze de kamer in. In haar handen een met poëzieplaatjes beplakt dienblad.
"Héhé,” ploft ze op de bank. De paarse legging trekt in haar kruis.
Helen is de nieuwe vriendin van Niko. Vroeger was ik misselijkmakend verliefd op Niko. Stoere, semi-intellectuele Niko. Het is nooit iets geworden, maar Niko bleef altijd ergens opduiken. Nu is Helen er. “Je zult haar enig vinden,” zei hij in de supermarkt. “Kom snel eens op de koffie.”

Helens gezicht glimt van de plamuur en haar wenkbrauwen zijn clownesk zwart. Niko’s studentikoze huis is verworden tot een bloemenpaleis. Plastic koekjes glimmen in Xenos-schaaltjes, zijden klaprozen hangen meewarig in een lampetstel vol opgeschilderde roosjes. Consequent als ze is, heeft ze een tijgerhaarbandje in haar spierwitte, korte haar. Ze zucht verliefd opzij.
Net als ik het wikkeltje van mijn Ferrero Rocher-bonbon afpel, gebeurt het. Het geluid trekt door merg en been en bezorgt me rillingen.
“Chanel hier?” kirt Helen en zigzagt haar achterste naar het puntje van de bank tot haar hakjes de grond raken. Het krabben zwelt aan en er komt een piep bij. Als de deur geopend wordt, stuift er een keffend wit bolletje langs. “Grote meid!” Helen tilt het hondje op en laat haar mond aflikken. “Kuskus voor mama,” fleemt ze met getuite lippen. Ze drukt Chanel op borsthoogte tegen haar goudkleurige truitje. Het tongetje slingert nerveus een nevel van spetters rond.

“Chanelletje mag geen chocosnoepje hè? Ons baby’tje krijgt een hondiewondie-kluifje.” Niko kijkt gelukzalig naar het tafereeltje, met opgekrulde mondhoeken, trots als ware het zijn gezin. De hond springt op de bank. “Eerst pootje voor mama,” zegt Helen. Haar kin is nat en er zit een veeg felroze lipstick op haar wang. “Jij bent zo’n lekkere drol, hè Chanelletje?”. Ze kroelt door het vachtje. Kwijl drupt op het leer.

“Wij hebben onze vakantie al geboekt: twee weken Benidorm. En jij?” Ik ken Niko niet anders dan vol reisverhalen over Cuba, Paaseiland, Congo en Mongolië. Nu is het Benidorm en draagt hij sloffen: bruine pluchen berenpoten. Even flitst er een quote van Socrates door mijn hoofd: “ken uzelf”. Het motto van Niko op school en zijn excuus voor ellenlange filosofische discussies, doorspekt met woorden die ik toen nog niet begreep.

“Ben je gelukkig Niko?” vraag ik als het tijgervrouwtje naar de keuken trippelt. Hij glimlacht engelachtig en sluit een seconde zijn ogen. Met zijn handen rolt hij het hondje omver en masseert het harige buikje. Door de boxen zet Koos Alberts een nieuw deuntje in.

Dan klettert er een gele straal omhoog. Het drupt met een boogje over de bank en kleurt het zalmkleurige karpet grijs. “Hel? Neem even een doekje mee!” roept Niko. “Ons meisje heeft een plasplas gedaan.”

maandag 14 mei 2012

schaamhaar


Op donderdag beslist mijn allerliefste dat hij toe is aan een visweekend. Dat is een mannending vindt hij, en daarom mag ik niet mee. Nu is met negen graden Celsius in een tentje tussen modderige graspollen wachten op het alarm van de visverklikker ook een mannending, dus daar ben ik niet zo rouwig om.

Met een paar dagen bankhangen en zalig prutsen in het vooruitzicht spoed ik mij naar mijn vriendin twee huizen verderop om haar te vragen of ze dit weekend tijd heeft voor een thee-date zonder mannen met veel chocola. Dat heeft ze zeker. Druk giechelend over welke malle meisjesdingen we kunnen doen, zet ze alvast een kopje thee voor mijn neus. Boven ligt haar man te slapen na een nachtdienst. Zoonlief glipt met een demonische grijns de kamer uit; blij dat zijn huiswerkrepetitie onverwacht eindigt. We hebben alle tijd voor een nieuwe mok en nog meer verhalen. Druk grinnikend verstrijkt er bijna een uur; ik veer op als ik tijdens een weids armgebaar de tijd op mijn horloge zie.

Met de sleutelbos al rammelend in mijn handen komt er nog een allerlaatste nieuwtje: komende zaterdag heeft ze een uitje naar Oirschot: Open Dag van de Landmacht. Er schiet mij ook nog iets te binnen en hopla, we zijn weer een half uur verder. En wanneer spreken we nou af komende week? Zachtjes gaat de tussendeur open. Met alleen een strak boxertje om het verder poedelnaakte lijf verschijnt buurman in de kamer. Hij wrijft in zijn ogen, krabbelt over zijn blote buik en mompelt iets onverstaanbaars. Zijn haar piekt woest alle kanten op. Dan ziet hij mij. “Had je dat niet even kunnen zeggen!,” murmelt hij naar mijn vriendin en hupt supersnel weer terug richting trap. Weg is hij; beschaamd en helemaal wakker.

Thuis tref ik een grote chaos. In de woonkamer liggen op de vloer vijf hengelmolens, vishaakjes, blikjes maïs en boilies en de eettafel is volgestouwd met zaklantarens, een slaapzak, onderzeil, toilettas, batterijen, een vouwkrukje en nog meer kampeergerei. “Ik zie dat je mijn maïs en ontbijtkoek uit de kast hebt gepikt?,” grap ik vrolijk maar daar heeft mijn visser geen tijd voor. Hij is druk bezig om snoer op de molentjes te draaien.

Tijdens het strijken controleer ik mijn smsjes en ik zie een berichtje van buuffie. Met in mijn hand vier sokken lees ik: ‘Was supergezellie maar B. baalt enorm dat je hem zo zag’. Ik glimlach om alle drukte. Hoe erg kan het zijn: plofhaar, twee harige benen en een onderbroek?

De wekker gaat veel te vroeg op zaterdagmorgen. Ik draai me nog even lekker om en merk niet wat er om me heen gebeurt tot mijn man ineens over mij heen hangt. Hij wil nog even gedag zeggen voor hij voor dag en dauw wegrijdt naar zijn visstek. Zal ik hem missen deze dagen? Ik knor en piep en voel een natte zoen op mijn wang. De kamerdeur gaat zachtjes dicht.

Pas als de voordeur in het slot valt schrik ik op. Mijn lief! Mijn lief gaat weg! Ik storm naar het raam waar de opkomende zon de dag aankondigt. Slaapdronken trek ik de Luxaflex open, want ja, ik ga hem missen! Voorover geleund druk ik mijn gezicht tegen het raam.

TOETTOET, klinkt het vrolijk. Terwijl mijn schat op zijn gemak de auto start, rijdt voor het raam de complete buurfamilie langs. Keurig gekapt en gekleed zwaaien ze als gekken schuddebuikend naar mij in mijn verwassen, roze Hello Kitty-pyjama, met dikke slaapwallen onder mijn knijpogen en een ontplofte vacht op mijn hoofd. Mijn man volgt met een kushandje.

maandag 7 mei 2012

vrouwen-perikelen

Wat is het toch heerlijk om vrouw te zijn! Iedere ochtend is het weer feest met de vraag: wie word ik vandaag? Mijn humeur en afspraken van die dag bepalen wie ik wil zijn: tutje, hippie, rockchick of Barbie. Ik wissel gewoon heel eenvoudig mijn oorbellen en haardracht. Ik kies tussen parel- of veterketting, gympies of heels, minirok of jeans en hup, de transformatie is compleet.

Nou staat het er wel heel erg luchtig, maar let op! Het is zaak om niet te licht te denken over alle inspanningen die het kost om er iedere dag weer verfrissend en geweldig uit te zien. Dit is een jarenlang investeringsproces. Bloed, zweet en tranen verwerkt in tijd, geld en doorzettingsvermogen. Ook moet ik, om er een beetje stylish uit te zien, creatief en up-to-date blijven. Dat kan alleen met de luxe glossy’s. Ik heb zeker vijf abonnementen nodig. Succes betekent hard werken!

In tegenstelling tot een man, koopt geen enkele vrouw jarenlang dezelfde onderbroeken. Nee, damesondergoed varieert continu in hipheid. Het ene jaar is de string helemaal “it”, dan schrijft Sloggi weer een tailleslip voor. Tussendoor is het goed opletten met de hipster, boxer, tanga of rio. Ook de pasvorm verandert ieder seizoen: de bikinislip van 2010 zit echt compleet anders dan die uit 2012!

Zelfs iets ogenschijnlijk ultra-simpels als een panty vereist jarenlange pas-sessies. Je zou er gek van worden. Ieder warenhuis en merk voert andere maten; de ene maat L is de andere niet! "Huidskleur” heet overal anders. Kies ik nude, hazel, caramel, skin, tendresse, caresse of natural? Neem ik acht, vijftien, twintig, dertig, of veertig denier? Of toch vijftig? Daarna komen de dilemma’s over wel of geen ingezoomd kruis, te knellende taillebanden of knullig versterkte tenen. Dat kost bakkenvol energie. Gelukkig begrijpt mijn lief dat ik voor een goede panty gewoon echt een hele dag moet winkelen.

Mijn klerenkast is een paradijs. Een levenswerk. Een goed formaat kast is van het grootste belang; simpel “extra large” is voor beginnelingen. De walk-in-closet is “the real thing”. Al mijn accessoires en kleding heb ik uren- en urenlang gesorteerd op seizoen, prijs, kleur en levensfase. Mijn kast is een tijdmachine die toont wie ik ben. Die mij herinnert aan vrijers wiens stijl ik klakkeloos overnam. Dat is het resultaat van vele jaren hard werk.

Een of twee keer per jaar delf ik het onderspit. Als wij op vakantie gaan, haalt mijn schat twee koffertjes van zolder. De zijne is zo gepakt. Ik ben wat langer bezig. Eerst leg ik de snoezigste setjes klaar op bed, maar als ik mijn toilettas in mijn koffer leg, passen er nog net vier paar teenslippers, vijf bikini’s en zes kledingstukken bij. Dan wik en weeg ik urenlang, vaak nog tot ver voorbij etenstijd. Na dagen zwoegen klik ik, zittend op het deksel, de sloten dicht. Mijn boek en zonnebrandcrème heb ik dan al stiekem in de andere koffer gefrot.

Eenmaal op weg naar het vliegveld ben ik echt toe aan vakantie. Uitgeput van al het combineren en schiften ben ik zwaar gefrustreerd omdat er nog geen vijfde van mijn lijstje in de koffer past. Puffend in de vliegtuigstoel fluistert mijn man dan altijd lief “zie je nou schat, je hebt helemaal niet meer dan één koffertje nodig om gelukkig te zijn”. Ik glimlach terwijl het zweet van mijn hoofd gutst. Onder mijn rekbare joggingpak draag ik drie lingeriesetjes, zes topjes, drie shorts, een sweatertje en twee leggings. Erover een sjaaltje en een wikkelvestje voor de leuk. Je bent een vrouw of niet.