woensdag 29 mei 2013

dokter bibber

Iedereen die mij wat beter kent, weet dat ik stiekem een gespikkelde chocoladereep ben. Smeerbruin van binnen door alle gesmolten Milka-repen en aan de buitenkant een vel dat model heeft gestaan voor het Ikea-gordijn "stippöl". Bijna vierhonderdvijftig moedervlekken telde een overijverig vriendje ooit. Af en toe moet ik ervoor naar ziekenhuis of huisarts en worden de verdachte vlekken verwijderd en gecontroleerd.
Laatst was het weer zover. Ik had last van twee bobbelende mØedervleökken en de afgelopen jaren waren er ook twee heel geniepig van vorm veranderd. Onder het mom van "dat is persoonlijker" wilde mijn huisarts me deze keer zelf opereren. Braaf maakte ik een afspraak en wachtte de bewuste dag in de spreekkamer. "Zo," zette ze me voor het blok in de behandelkamer; het mes al in haar hand. "Ik verwijder er twee. Als je er zoals afgesproken vier weg wilt hebben kan dat nu best, maar dan declareer ik dubbel. Ik schrijf dan twee facturen, voor zogenaamd twee verschillende dagen."

De krantenkoppen schreeuwen: miljoenenfraude in de gezondheidszorg. Ziekenhuizen schrijven belazernota's voor het verwijderen van oorsmeer en hopsakee: duizend euri verdiend met een kwartiertje werk. Hier met de poen. Ook het PGB-budget ligt onder vuur. Behoeftigen beknibbelen vrekkig op de inkoop van persoonlijke zorg en rijden en masse naar MediaMarkt voor de nieuwste flatscreen. Als kers op het toetje het nieuws dat ik per jaar tweehonderd euro premie teveel betaal om "wanbetalers te compenseren." Medische zorg is een recht, dus de kosten van premieweigeraars worden verhaald bij ons: sufsukkels eerste klas. Door de graaiende ziekenhuizen en de premieweigeraars, betalen we per persoon 500 euro teveel voor onze medische verzekeringen: per gezin een vakantie.
De ziektekostenverzekeraars zwijgen. Verzekeraar CZ vervijfvoudigde in 2012 haar winst en hield meer dan een half miljard (!) euro schoon in het handje. Daar kon wel een directiebonus vanaf.


Ik kreeg van mijn arts de keuze tussen de helft van mijn lastpakken gecontroleerd, of meewerken aan fraude. Een nieuwe afspraak maken voor de andere twee moedervlekken zou immers weken duren en me weer een vrije ochtend kosten. Ik koos eieren voor mijn geld. Met buikpijn, dat wel.
Met de post kwamen de facturen. De ingreep is verspreid over twee consulten. Twee keer een eigen bijdrage voor mij; samen met de vijfhonderd euro die me al is afgetroggeld. Boos staar ik naar mijn computerscherm. De e-mail is getypt en op spelfouten gecontroleerd. Iedere keer dat ik mijn brief lees, word ik alleen maar bozer. Ik voel me de laatst overlevende eerlijkosauriër. Het toetsenbord wacht geduldig op mijn vinger, die klaar is om de verzendtoets in te drukken en mijn huisarts te rapporteren. Mijn vertrouwenspersoon. Degene die ik ooit misschien nog hard nodig heb.
Ik klik het laptopscherm dicht. Het is tijd voor een paar klappen tegen mijn boksbal en daarna een kop rustgevende Zen-thee met veel Milka-chocola. Moeizaam slik ik de brok in mijn keel weg. De testuitslagen waren gelukkig in orde, maar ik voel me toch een beetje de pinöt.

woensdag 22 mei 2013

wij horen bij elkaar

Ze zitten een tafeltje verderop. De man in de spencer en de vrouw met het hennahaar. Het model hoort kort te zijn, maar is al lang niet meer geknipt: de grijze streep op haar kruin wint terrein. Haar zure gezicht maakt het er niet beter op. Ze dragen dezelfde ringen: dikke, gouden bewijsexemplaren. "Jij bent van mij," schreeuwen die, "Wij horen bij elkaar." Ik glimlach hun richting op. Hij kijkt stoïcijns voor zich uit en tikt met zijn vingers op de veel te grote ribbroek. Zij draait haar gezicht naar het vaasje op tafel. Een van de twee rozen is geknakt.
Als de serveerster de schnitzel met champignonsaus brengt, wijzen vork en mes al in hun knuisten naar boven. "Pas op, de borden zijn warm," waarschuwt het meisje. Ook zij wordt genegeerd. Links en rechts zaagt het bestek al door de platte lap vlees. Met plaatsvervangende schaamte knipoog ik naar haar op het moment dat ze de diendoek in haar schortje stopt.
Een andere serveerster volgt met schaaltjes garnituur. Het vlees is al voor de helft aangevreten, een crèmekleurige druppel ontsiert de kin van de man. Zijn vrouw ziet het en zwijgt. Uitdrukkingsloos kijken ze voor zich, ieder een andere kant op. Schrokkend stampen ze de vleesbrokken aan met een volgende hap. Twee keer kauwen en slikken. Patatslierten schuiven van links naar rechts, worden weggespoeld met slokken bier.


Al die tijd is er geen woord gewisseld. Wanneer hun lege borden en de onaangeraakte groenteschaal opgehaald zijn, zwijgen ze nog steeds. "Twee koffie," onderbreekt de man het meisje dat vraagt of ze de dessertkaart mag brengen. Hij leegt haastig zijn bierglas. Gulzig. Dan valt zijn blik op mij; holle ogen die aan niets lijken te denken. Het is alsof hij dwars door me heenkijkt. Snel bestudeer ik mijn tafellaken, wensend dat er iemand tegenover mij zat met wie ik kon praten. Pas als zijn koffielepeltje het porselein aantikt, durf ik weer te gluren. Onderuitgezakt spiedt hij rond. Bijna onzichtbaar lift hij zijn linkerbil een stukje, kijkt schaapachtig naar buiten en blaast uit. Zijn opluchting verraadt wat hij deed. Zij rommelt intussen in haar witlederen handtas op haar schoot, schuift de suikerzakjes van de schoteltjes erin, stift haar lippen. Twee tafels verderop lacht een kind. Ze besteedt er geen aandacht aan. Verveeld peutert ze met een vinger in haar oor. Manlief is druk in de weer met een tandenstoker.

De voorstelling eindigt voor mij. Hij staat op en grijpt zijn portefeuille uit zijn broekzak. Snel ritst ze haar tas dicht en wurmt zich in haar vest. De lange tricot lap wappert om haar heen als hij al bij de kassa staat en afrekent.
Ik ben klaar met eten, besef dat ik te lang heb doorgekauwd om niets te missen. Met mijn handen beschermend om mijn buik zie ik dat de buitendeur wordt opengegooid. Samen lopen ze de parkeerplaats op, zijn hand verstrengeld in de hare. 

woensdag 15 mei 2013

Piaggio

Hoofdschuddend staar ik naar mijn beeldscherm. Hoe is het mogelijk. Een vrouw van halverwege de twintig blogt dat ze haar nieuwe baan heeft opgezegd omdat "er te weinig uitdaging in zat". Ze heeft het twee weken geprobeerd. Onderaan vraagt ze de lezers om leuke, parttime vacatures. "Graag met veel persoonlijke ontwikkeling in een bedrijf met een platte managementstructuur". Ook zoekt ze "een fijne werksfeer waar soms tijd is voor een geintje". Ik bonk met mijn hoofd op mijn bureau, net zolang tot ik een brom hoor.

Het is door die zoemende brom dat ik mezelf zie op dezelfde leeftijd als deze recessieontkennende dromerella. Vers van school werkte ik als uitzendkracht bij scooterproducent Piaggio. Daar zochten ze een vervanger van de vervanger van de telefoniste en het was het enige baantje waar ik welkom was zonder werkervaring. Mijn werkplek besloeg een vierkante meter. Precies groot genoeg voor een stoel en een tafeltje voor de enveloppen die ik met folders moest vullen als de telefoon zweeg.
Wat was ik blij met mijn kantoorbaan. Opgedoft begroette ik iedere dag mijn collega's die besmuikt knikkend hun kantoren indoken. Praten met een tijdelijke kracht was tijdverspilling.
Een kerstpakket kreeg ik niet, maar ik mocht wel een maand langer blijven. Nog nasmeulend van het goede nieuws lepelde ik in mijn eentje mijn tupperwaredoosje met koude macaroni leeg, toen hij aanschoof. Of Tilburg een leuke stad was, vroeg hij in het Engels: de Italiaanse bezoeker van die dag. Hij zocht een huis voor zijn gezin en zichzelf omdat hij een half jaar in Tilburg wilde wonen. Iets anders dan een kleine flat in een volksbuurt wist ik niet, maar Engels sprak ik prima. Ik vertelde hem over Tilburgs beste Italiaanse ijssalon, het dialect van mijn collega's en hoe je jenever dronk.
Diezelfde avond reed ik hem rond in mijn doorgeroeste Polo. In ruil voor informatie over makelaars, goede woonwijken en Nederland, trakteerde hij op een etentje. Om één uur 's nachts overschreeuwden we Guus Meeuwis in café Vagant en leerde ik hem alles over Bols en Schrobbelèr.
De volgende dag was hij vertrokken en werd ik gepromoveerd tot assistent-directiesecretaresse.
Giancarlo bleek dé directeur van Piaggio Europa en kwam in Tilburg de divisie Benelux uitbreiden. Na een maand zag ik hem weer, op de eerste personeelsborrel waar ik als zijn assistente ineens wel welkom was. Niemand begreep hoe het kwam dat zijn vrouw me de oren van het hoofd kletste en zo hartelijk tegen mij was. Een half jaar later vertrok hij weer, en ik solliciteerde bij Het Land van Ooit.

'Je bent nooit te oud om te leren,' hoor ik weleens, en die wijsheid wens ik het bloggende meisje ook toe. Ik ben haar in ieder geval ontzettend dankbaar. Het is door haar arrogantie dat ik Giancarlo terugvond op Google. 'Wat een verrassing na al die jaren,' schrijft hij als antwoord op mijn mail. Hij is nu directeur van Piaggio Amerika, maar eind juni is hij een paar dagen in Nederland. Of ze in Arnhem ook Schrobbelèr hebben?

woensdag 8 mei 2013

dikke vrouw gezocht


 
Ik heb er dus een. Zo'n man die geen prater is. Een volwassen vent die dichtslaat bij de vraag "waar denk je aan?" Die horendol wordt van gebabbel op verjaardagsfeestjes. Zo iemand die alleen naar het ziekenhuis gaat als hij geopereerd moet worden, omdat -ie geen zin heeft in "hysterie". Een èchte man, maar wel met het syndroom van 'come-to-the-point-or-just-keep-your-mouth-shut'.
Uitsterven zullen ze nooit, mannen zonder kletsknop; ze bevinden zich zelfs tussen getrouwde kerels met superleuke vrouwen. Niet dat ik denk dat ik dat ben, superleuk, maar ik kan er best mee door. Op goede dagen dan.
Voor mijn man zwijg ik dus vaker dan me lief is. Na een dagje winkelen met vriendinnen krijg ik vijf minuten spreektijd. Het boodschappenlijstje interesseert hem niet. Een samenvatting van een vergadering of pantystrooptocht moet in twee minuten.
Soms vraag ik me wel eens af of ik hem nog boei. Of hij mijn verhalen wel interessant vindt. Het resultaat hiervan is, dat ik al jarenlang verschrikkelijk mijn best doe om er weergaloos en oogverblindend mooi uit te zien. De betere kant van mezelf, zeg maar. Okselfris, tot in de puntjes gekapt en iedere dag weer verrassend anders; sexy en klassiek tegelijkertijd. Precies zoals hij het wil. Op dagen dat ik denk dat hij afkeurend naar mijn billen kijkt, leg ik de chocola weer terug in de kast en knabbel aan een wortel. Soms denk ik wel eens dat zijn ongeduld een geheime truc is om mij nog beter mijn best te laten doen.


Zwijgend lees ik de zaterdagkrant. Mijn adem stokt en mijn ogen tranen als ik de kleine advertentie zie. Het staat er echt: Lieve man zoekt dikke vrouw om eindeloos in elkaars armen te kletsen. Bijna hyperventileer ik. Dit moet hem zijn, mijn droomman. Iemand die me naar zich toe trekt en elke centimeter van mijn huid overlaadt met kusjes, bij elk kusje een complimentje fluisterend. Een man die naast me blijft zitten en "geweldig!" roept als ik honderduit klets over het nieuwe boek van Heleen, mezelf volproppend met winegums en moorkoppen.
Ik knip het oproepje uit en leg het strookje naast me. Een paar dagen lang kijk ik er verlekkerd naar. Zal ik het doen? Bij ieder zuchtje wind in de kamer, wipt het papiertje iets omhoog, alsof de lieve zoekende man me eraan herinnert hem snel te schrijven. "Ik wacht op je, Karmanie."
"Wat is dat voor een pakje boter?" buldert mijn lief als hij het knipsel van tafel trekt. Het krantenpapier scheurt tussen de kracht van zijn vingers. "Is dit een feeder ofzo? Iemand die vrouwen volstopt zodat ze hem niet verlaten? Kletsen? In elkaars armen nog wel?" Ik heb hem nog nooit zo'n lange monoloog horen uitspreken.
Hij zwaait zijn vinger dreigend naar mij. Hij is nog niet klaar. "Alsof ik een beetje suf op de bank ga liggen ouwehoeren met jou. Kom, we gaan spare ribs eten, zonder bestek en met veel knoflook. Ik trakteer."
Ik weet niet hoe snel ik mijn jas moet aantrekken.

woensdag 1 mei 2013

thank God I'm a woman

Máxima zal het vast herkennen; de vrouwelijke noodzaak jezelf een paar keer per dag te verkleden. Met als hoogtepunt Koningsdag, zag ik haar al vaker in meerdere outfits op één dag.
Als man is het zaak om niet te licht te denken over de inspanningen die het dames kost om er iedere dag weer verfrissend en geweldig uit te zien. Dit is een jarenlang investeringsproces van bloed, zweet en tranen! Succes betekent hard werken.


Zelfs iets ogenschijnlijk ultra-simpels als het kopen van een panty vereist jarenlange pas-sessies. Je zou er gek van worden. Ieder warenhuis en ieder merk voert andere maten. De ene maat L is de andere niet! Zelfs de term “huidskleur” stuit op problemen. Kies ik nude, hazel, caramel, skin, tendresse, caresse of natural? Neem ik acht, vijftien, twintig  of zestig denier? Of toch veertig? Daarna komen de dilemma’s over wel of geen ingezoomd kruis, te knellende taillebanden en versterkte tenen. Want wat als je grote teen al bij het passen door het nylon prikt? Een nieuwe panty kost bakken vol energie. Soms moet ik er een hele dag de stad voor in.

Mijn klerenkast is mijn levenswerk. Een goed formaat is van groot belang. Hier weet zelfs kroonprinses Amalia al alles van. Een simpele “extra large” of de Ikea Pax is voor beginnelingen. Een walk-in-closet is “the real thing”. Mijn accessoires en kleding zijn gesorteerd op seizoen, prijs, kleur en levensfase. Dat is het resultaat van vele jaren hard werk. Mijn kast is een tijdmachine die toont wie ik ben. Die mij herinnert aan fases, ex-vriendjes en vriendinnen wiens stijl ik soms klakkeloos overnam. Aan de ruimte die zo'n bepaalde stijl inneemt, kan ik zien hoe serieus de relatie of vriendschap was.

Een of twee keer per jaar delf ik het onderspit en moet ik genoegen nemen met minder dan zes strekkende meter kleding. Als ik op vakantie ga, haalt mijn schat twee koffertjes van zolder. De zijne is zo gepakt. Ik ben wat langer bezig. Eerst leg ik de hoogstnodige kledingsets op bed. Zodra ik mijn toilettas in mijn koffer leg, past er alleen nog een bikini bij. Trillend van paniek wik en weeg ik dan nog een week of twee verder, tot ik na eindeloze passessies, zittend op het deksel, de sloten kan dichtklikken. Boeken, potten appelmoes en zonnebrandcrème heb ik dan al stiekem in de koffer van mijn reisgenoot gefrot.

Eenmaal op weg naar het vliegveld ben ik echt toe aan vakantie. Meestal ben ik zo uitgeput en gefrustreerd van het schiften, dat ik ter plekke een upgrade  boek om bij te komen. Puffend in de vliegtuigstoel met de broodnodige bubbels, fluistert mijn man dan altijd lief: “zie je nou schat, je hebt helemaal niet meer dan een klein koffertje nodig om gelukkig te zijn”. Dan glimlach ik maar, terwijl het zweet van mijn hoofd gutst. Van mijn geheim weet hij niets. Onder mijn rekbare joggingpak draag ik drie lingeriesetjes, zes topjes, drie shorts, een sweatertje en twee leggings. Erover een sjaaltje en een wikkelvestje voor de leuk. Je bent een vrouw of niet.