dinsdag 19 november 2013

vergetelheid


We hebben de kist voor het laatst aangeraakt. Een korte vingertik, een allerlaatste handkus op het berkenhouten fineer. Het was mijn afscheid van Peter, en mijn laatste keer dichtbij hem. Zijn lachende gezicht in het fotolijstje bovenop de kist waarin hij nu ligt: koud, bleek en zijn handen gevouwen. Zonder hem te zien weet ik dat zijn haar is gekamd zonder de rechtopstaande pluk waarmee we hem kenden. Peter, die nadacht terwijl zijn vingers door zijn haren zigzagden, waardoor dat ene plukje altijd omhoog stond. Als ik mijn witte roos op het deksel leg, verstijft mijn flauwe glimlach. Achter me hoor ik zijn kersverse weduwe. De hoge piep van een verlaten puppy, vermengd met de lange uithalen van een kalf in paniek. Meewarig wordt ze bekeken. Arme Anneke. Wat een ellende. En arme Peter. Zomaar dood.

Schouderklopjes klinken dof op Annekes colbert dat haar afgelopen kerst nog prachtig stond maar nu veel te groot lijkt. Overal slierten snot en kleine witte spikkels van kapotgedraaide papieren tissues. Huilende mensen die hun evenwicht op haar zoeken. "Dit mocht niet gebeuren, An, niet bij jou." Troebele ogen van waaruit tranen op de grond spatten, voor de pumps die Anneke pas kocht voor naar nu blijkt de laatste weken met haar man. De volslanke dame die het hardst huilt van allemaal, werpt zich als een slingeraap om Anneke. "Ik ben er kapot van. Helemaal stuk." Snot drupt uit haar neus en kleeft op Annekes kraag. De vingers van de dikkerd knijpen zo hard in een zakdoek dat alle kleur uit haar huid is weggetrokken. Een grienende man, klein van stuk en met een bril die door de hitte bijna van zijn neus glijdt, drukt Anneke tegen zich aan. Zijn ogen samengeknepen. Een traan rolt over zijn wangen. "Het is niet te bevatten," zegt hij. "Geen dag is voortaan nog hetzelfde."

Schuifelend werkt Anneke zich naar een stoel. Haar koffiekopje tikt ritmisch op het schoteltje als ze het probeert op te tillen. De dikke dame dept haar tranen met het zakdoekje. Brilman snift weemoedig en loopt hoofdschuddend naar de lange tafel waarop schalen cake zijn uitgestald. "Joop," stoot hij een andere man aan. "Ik heb foto's meegenomen van de kids. Meteen even doen?" In een beweging knoopt hij zijn jas open en trekt uit zijn binnenzak een cellofaan mapje. "Kijk, de Efteling. Lachen man, die wildwaterbaan." Met een plak cake op een servetje schuiven ze samen aan een tafeltje. Nog voor de eerste pagina is omgeslagen, hoor ik de mannen giebelen. De dikke dame maakt zich los. Met haar kin omhoog en haar ellebogen zacht duwend om haar weg in een rechte lijn te vervolgen, loopt ze naar het tafeltje met de twee heren. "Joop," zegt ze. "Wat leuk dat je er bent." De zakdoek wordt discreet in haar vestzak gefrummeld en ze wenkt de serveerster met de schaal broodjes. "Hoe is het afgelopen met de affaire van die leidinggevende op je werk? Heb je nog lekkere roddels voor me?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.