dinsdag 12 november 2013

liefde is... een column voor jou

Ze giebelt iets te hard, mijn beste vriendin. En daarna schatert ze zo uitbundig dat haar lichaam voorover klapt. Haar wangen blozen door de fles witte wijn die ze bijna in haar eentje heeft weggeklokt. Alsof het limonade was, nipten we onze drankjes weg, terwijl we aan een stuk doorpraatten. Haar hand tikt op mijn been. Precies op de vertrouwde manier die ik al jaren van haar ken.
We zitten samen in ons verjaardagsrestaurant, die ene héle leuke zaak aan de Rijnkade in Arnhem, en waar we elkaar consequent op een avondje uit trakteren als een van ons verjaart. Ik trek mijn portemonnee als het jaar net begonnen is, zij is aan de beurt wanneer de blaadjes weer vallen. Het blijkt al jarenlang de ideale tussenpoos om weer eens lekker bij te kletsen in een van de rood met gouden prinsessenstoelen.
We likken de laatste restjes strawberry cheesecake-ijs van onze lepels en buiken tevreden uit voor de open haard. Haar gegiechel maakt me vrolijk. Opgelaten halen we herinneringen op aan die ene avond, lang geleden, waarop we probeerden te voorspellen wanneer zij ten huwelijk zou worden gevraagd. Terwijl we het erover hebben, speelt ze glimlachend met haar trouwring.

Een vriendin, of zoals het woordenboek zegt: "een meisje of vrouw aan wie men door genegenheid en persoonlijke voorkeur gebonden is", is me nooit komen aanwaaien. Teveel verhuizingen, een onrustige jeugd en het feit dat ik simpelweg buiten de boot viel binnen het kleine dorpje waar ik niet paste, maakten het voor mij vrijwel onmogelijk om precies te weten wat het was. Nooit hoorde ik echt ergens bij, zo voelde het voor mij. Vriendschap leek me iets magisch. Iets wat anderen in overvloed hadden en ik niet. Ik troostte me simpelweg met de gedachte dat ik mijn verhalen dan wel niet allemaal kwijt kon; ik zou ook nooit worden geraakt door afgunst of onhandig geformuleerde zinnen vol jeugdige onbezonnenheid. Het was een schrale troost.
Ik kijk naar haar, naar haar grote ogen die stralen door het flakkeren van de vlammen. Af en toe knijpt ze me zachtjes in mijn hand. En dan geeft ze me opeens een Hello Kitty chocolade-ei, omdat ze weet dat ik daar blij van word. Het raakt me en ineens herinner ik me het gesprek dat we precies hier in deze fluwelen zetels hadden. Het gesprek vol tranen waarin ze me overtuigde dat ik moest gaan doen waar ik al die jaren van droomde: schrijven.
Zij was degene die me troostte na elke kattige reactie onder een stukje en de enige die met grote regelmaat bleef krabbelen op mijn blog. Soms was dat kritisch, meestal lief, maar altijd eerlijk en honderd procent zichzelf. Het was mijn vriendin die ik mocht interviewen om te leren notuleren. En samen met mij kocht ze ieder tijdschrift waarin ik stond. Vandaag schrijf ik mijn 150e column. En deze is voor haar.
Lieve J., dank je wel. Wat ben ik blij dat ik al die jaren jouw hartsvriendin mag zijn.

3 opmerkingen:

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.