vrijdag 18 november 2011

Sinterklaas


Ik heb een fotootje van mezelf waarop ik, twee turven hoog, door de klep van de brievenbus tuur. Ik sta daar te gluren omdat mijn vader zojuist Zwarte Piet zag wegrennen. Als ik snel was kon ik hun lantarentjes nog zien.
Na een tijdje word ik teruggeroepen naar de woonkamer. Piet had haast, er zijn nog véél meer kindjes te bedienen. Ik heb flink de pest in. Iedereen heeft hem gezien behalve ik. Ik voel me verraden en zing de rest van de Sint Nicolaasliedjes halfbakken mee. Hij stond nota bene voor de deur toen hij de pakjes bracht. Avonden heb ik voor wortels gezorgd en tekeningen ingekleurd. Hoorde hij dan niet door de schoorsteen hoe ik mijn keel schor zong? Mijn boosheid gaat niet over. De cadeautjes uit de gele wasmand van mijn moeder maken veel goed maar het knelt stevig.

Een jaar later mogen mijn broertje en ik met mijn vader mee naar zijn werk. Sinterklaas komt op bezoek. Ook mama mag mee en we zitten als gezin in de stampvolle kantine. Als onze achternaam door de microfoon galmt word ik met mijn broertje in het gangpad gezet. Ik schuifel naar voren en kijk wat mijn kleine broertje doet. Die vindt het ook niets. Link kijk ik naar Sint. Het is de eerste keer dat ik echte negers van zo dichtbij zie. Ze zijn heel springerig en het verbaast me dat ze borsten hebben. Ik vertrouw het niets en vind het griezelig.
Sint zit statig op een speciaal voor hem gemaakt podium en bromt met zware stem nogmaals onze naam in de microfoon. Uitdeelpiet, griezelig zwart, wenkt me en lacht. De witte tanden lijken zo groot en de lippen zijn zo eng rood dat ik mijn hernieuwde trage pas weer afbreek. Ik blijf stokstijf voor het podium staan en staar naar de grond. Iedereen in de zaal kijkt nu naar mij. Ik plas bijna in mijn broek. Uitdeelpiet houdt nu twee netjes mandarijnen van de stapel omhoog. Ik laat me niet beetnemen. Als ik doorloop zal hij me grijpen en eenmaal in de zak naar Spanje zit ik permanent met hem opgescheept. Ik maak me klein en verschuil me achter mijn broertje. Als ik mijn kans zie duw ik hem keihard in de rug. Mijn broertje valt naar voren, frontaal op zijn gezicht. Zijn krijsen galmt via de omgevallen microfoon door de zaal en verergert als Piet hem optilt. Dan moet ik ook huilen, ik schokschouder en maak diepe uithalen. Gelukkig, daar is mijn vader en Sint knikt naar hem. We mogen direct door naar de cadeautjestafel en gaan terug naar huis.
Het prentje waarop ik met een vuurrood hoofd vol tranen slap in mijn vaders armen hang laat ik lekker in de fotodoos.

5 opmerkingen:

  1. Haha, leuk verhaal! Leuk zo geschreven vanuit de beleving als kind.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kei leuk gescreven , ga zo door!!!!
    Kleine meisjes worden groot,
    "Zonnebloem"

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Super, wat een leuk verhaal om te lezen!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ach gut, deze is wel herkenbaar, lief en van alle tijden. 'k zie onze jongste (10 jaar en sinds kort niet-gelovig) afgelopen zaterdag nog "nee" verkopen aan Sint of hij een liedje wil zingen. Dan maar pappa bij de Sint roepen! (meneer heeft er nu nog plezier van....) gna gna

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Heel herkenbaar, alleen mijn tranen hadden een andere reden, ik kreeg nl van de sint op m'n vaders werk, een vliegtuig!!!!!! Tranen dus, hoe kon de sint nu denken dat ik een jongen was, nu is Adrie een meisjes en jongens naam maar het had toch in het grote boek moeten staan dat ik een meisje ben..lol

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.