maandag 26 september 2011

gereflekst

Ik ben op een feestavond en hoor een woordgrapje dat ik al ken. De eerste keer dat ik iemand “refleksen” hoor zeggen ben ik een jaar of 21 en onderweg met een georganiseerde busreis. Heerlijk goedkoop naar de Spaanse zon! Met mijn jeugdvriendje pak ik wekenlang in het holst van de nacht krentenbroden in bij een bakkerij. Liever willen we naar Barcelona, maar dat is een te grote hap uit mijn karige budget, dus het wordt Calella. Al bij het boeken worden we geript met de verplichte toeslag voor Royal Class. Veertig guldens per stoel voor 17 centimeter meer beenruimte. Standaard stoelen zijn er niet. Ik verbijt me en hoop dat ik mijn zakgeld weer snel kan aanvullen. Keurig op tijd worden we opgehaald door de busreizengigant. We zijn in onze nopjes met de chauffeur en de bus maar al rap worden we gedropt op een enorm terrein. Hier worden we met honderden landgenoten in glimmende trainingspakken gehergroepeerd. Onze nieuwe chauffeur is Edwin uit Aalten. Als we de snelweg opdraaien zijn we vrolijk tot we getrakteerd worden op een cassettebandje van de Kastelruher Spatzen maar Edwin heeft er ook een van Corry Konings. “Beste mensen”, joelt hij door de plastic microfoon, “tijd voor vakantie, tijd om lekker te refleksen”. Hij lacht er zo hard om dat je denkt dat hij hem ter plekke verzint. Verschrikt kijken we elkaar aan maar de rest van de refleksers zit schuddebuikend in de stoel. Daarna komen de moppen. Na de eerste rookpauze wordt iedereen uitgenodigd vooral naar voren te komen met eigen muziek, want dat is gezellig. De jongeman die dat na BZN en Koos Alberts probeert mag zijn bandje van Prince na twee nummers weer ophalen wegens “klachten uit de bus”. Edwin vergast ons de hele helse rit op zijn genialiteit. Hij laat de microfoon niet meer los. Telkens wanneer je rustig knikkebolt komt er een intermezzo over de vuilniszakjes aan de stoelhaak, het toiletgebruik of de colablikjes in de koelkast. Zijn wij even aan het refleksen! De jonge moeder achter ons heeft dikke wallen onder haar ogen en propt haar dochtertje zo vol met lekkers dat Edwin al rap zijn rol vuilniszakjes opduikelt. De zurige lucht kringelt over onze zelfgesmeerde puntjes met luxe vakantiebeleg. Bij iedere stop koopt mama een nieuwe traktatie want het is vakantie. De airco in de bus moet uit omdat er wind waait onder de naveltruitjes, er zijn te weinig rookpauzes en de wc is voor we België uit zijn al verstopt. Nee, wij hebben in het geheel geen reflekste busreis. Bij lange na niet. Na het vullen van de fooienpet zoeken we gelaten onze koffers terug. Dan galmt de microfoon nog een laatste keer. “En denk erom dames, onder de zonnige Spaanse zon zou ik zeggen: zonder hoesje niets in het poesje”. Wat ben ik blij dat deze rampvakantie al weer lang geleden is. Ik krijg acuut trek in een glaasje fris. Wanneer ik naar de bar loop herken ik hem. Het is Edwin.

2 opmerkingen:

  1. Hahahaha, ik kan er nog steeds hartelijk om lachen. Snap niet dat hier nog niemand een reactie heeft geplaatst!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nou vooruit dan Annabel, omdat je zo aandringt. En inderdaad, een leuk verhaal

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.