maandag 16 april 2012

coma

Langzaam wrikt ze haar ring af zodat de grote steen geen krassen kan maken. Zijn voorhoofd voelt net zo warm als anders als ze er haar handpalm op legt. Alleen de groefjes schilferen een beetje door de droge lucht. Zachte stoppeltjes prikken wanneer ze haar wang tegen de zijne drukt.

Afgestompt drukt ze haar neus in het kraagje van zijn pyjama. Zelfs hier geen herkenning maar de geur van waspoeder, zacht en met weer een ondertoon van bloemen. Zijn altijd vertrouwde geur, mannelijk met een klein zweempje zweet, is vervaagd.
“Kun je me horen, lief?” fluistert ze net als iedere dag, maar een antwoord zal niet komen. Haar man slaapt. Al weken sinds het ongeluk, nog wel de eerste dag op hun vakantie. In zijn diepe rust bolt het laken omhoog als hij inademt en verder gebeurt er niets. Hoogstens hoort ze af en toe een piepje. Ze knijpt zachtjes in zijn hand, masseert de bovenkant met haar klamme vingers. Een zuster komt de kamer binnen met een kopje thee. Ze knikken naar elkaar. Gisteren hebben ze hem samen gewassen omdat ze de eerste doorligplekken zelf wilde zien. Als ze het schoteltje aanneemt, ontsnapt een flintertje rozenzeep uit de korte mouw van het witte schort. De geur van witte rozen, betoverend in haar bruidsboeket en zo prachtig bij de stoffen strikjes, is nu onverdraaglijk. Thuis heeft ze al weken geen bloemen meer gekocht.

Het missen is een grotere kwelling dan alle overwonnen hindernissen uit het verleden bij elkaar opgeteld. Ze heeft spijt van ieder woord van kritiek. Iedere ruzie lijkt nu zo onzinnig en voor niets geweest. Ze had de uren samen meer moeten koesteren, vaker bij hem kunnen zijn. Alles heeft ze over voor een laatste keer samen wakker worden met zijn armen om haar heen. Slaapdronken duwde ze vaak loom haar billen tegen zijn lies en lag ze ingeklemd in een warm holletje onder het dekbed. Veilig opgekruld tussen buik en kin streelden zijn handen haar dan wakker. Zijn dunne lippen drukten zachte kusjes in haar nek. Het gevoel om niet meer exclusief en speciaal te zijn voor iemand steekt messcherp in haar hart. In het grote bed hoort niemand haar tegenwoordig huilen. Het katheter druppelt langzaam vol, langzaam glijden donkergele druppels door het slangetje. Met glazige blik kroelt ze door zijn haar. Het moet binnenkort geknipt worden. De anders zo weerbarstige bos wordt aan de achterkant al dunner.
Hakken tikken op het linoleum in de gang. Een overdreven vrouwenlach. Ze draait haar trouwring weer om haar rechtervinger, trekt het ceintuur van haar jas strak en peutert uit de smalle klepzak haar zonnebril. De kinderen wachten thuis. Een laatste kus. Niet vergeten om morgen zijn eau de toilette mee te nemen.

6 opmerkingen:

  1. pppfff... het verhaalt raakt een gevoelige snaar.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Inderdaad..... tsjongejonge......
    Goed geschreven....

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Alles zo dicht bij de waarheid...., zo gebeurd het bij vele, zowel bij jong en oud, en vaak bij iemand dat je denkt van die......dat bestaat niet!!
    Goed en boeiend geschreven , dit ware vehaal.

    "Zonnebloem "

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.